Syriërs en Afghanen leren voor één keer Twents in het Taalcafé in Haaksbergen: 'Mooi da’j d’r bint!'

Onder het genot van een kopje koffie of thee en een plakje krentenwegge, werd deze donderdag vanuit ‘Twents voor iedereen’, in het Taalcafé van de bibliotheek in Haaksbergen aandacht besteed aan de Twentse taal. Voor de bezoekers - vaak mensen uit het buitenland - eens wat anders. "In ons land heb je ook dialecten."

Elke dinsdag en donderdag organiseert het DigiTaalhuis het Taalcafé in de bibliotheek. De meeste deelnemers, die graag hun Nederlands willen verbeteren, komen uit landen als Syrië en Afghanistan. In het Taalcafé ontmoeten mensen elkaar om samen de taal te oefenen door gesprekken te voeren en spelletjes te spelen.

Kiek´n of kijken?

Normaal gaat dat dus over het Hollands. Maar deze keer kwam de bakfiets van 'Twents voor iedereen' langs, die tegenwoordig structureel geparkeerd staat in de bibliotheek. Met het vehikel wordt de streektaal en -cultuur onder de aandacht gebracht.

De les Twents kunnen de bezoekers van het Taalcafé goed gebruiken. Het begrijpen van dialect kan lastig zijn, vooral wanneer iemand de Nederlandse taal zelf niet helemaal beheerst. “We hebben hier ook vrouwelijke deelnemers die regelmatig vrijwilligerswerk doen in verzorgingshuizen", legt coördinator van het DigiTaalhuis Kim Bos uit. "Veel ouderen daar praten Twents tegen hen en dat begrijpen ze dan niet."

“Dan zeggen ze kiek´n, kiek’n,” vertelt een Afghaanse vrouw. Toch is er een soort herkenning voor de deelnemers. “In het land waar ik vandaan kom, hebben we ook dialecten en kun je elkaar soms niet goed verstaan.”

  • IMG 0447
    Beeld: Gelske Leefers
  • Krentenwegge
    Beeld: Gelske Leefers